Trends en ontwikkelingen

De hierna te noemen onderdelen gaan in op de voortgang in 2018 van de speerpunten benoemd in het coalitieakkoord 2015-2019 "In Verbinding". Daarnaast wordt gerapporteerd over de voortgang ten aanzien van bestuurlijke en organisatorische ontwikkelingen en wordt een inschatting gemaakt van waar we staan aan het eind van 2018.

Verkeer- en vervoerprogramma BRU2015-2019

Per 1 januari 2015 zijn de verkeer- en vervoertaken van het voormalige Bestuur Regio Utrecht binnen de provincie ondergebracht.  Dit betreft o.a. de OV-concessie en de Regiotaxi-contracten van de stadsregio, het beheer en onderhoud van de provinciale OV-bedrijfsmiddelen (voornamelijk alles rondom de tram), de uitvoering van het Regionaal Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer (RUVV) en de strategische OV-beleidszaken van het voormalige BRU.
Onderdeel van de transitie-afspraken is dat de door Bestuur Regio Utrecht vastgestelde meerjarenbegroting met uitvoeringsprogramma’s (inclusief exploitatie en subsidiebeschikkingen) gerespecteerd blijven tot 2020. Deze afspraak wordt ook wel het “BRU-hek” genoemd.
De beleidsmatige en financiële verantwoording over de uitvoering van de verkeer- en vervoertaken zijn opgenomen in programma 5  Bereikbaarheid. In deze Najaarsrapportage zijn de financiële ontwikkelingen in 2018 verwerkt wat leidt tot bijstelling van de begroting 2018. Hierna volgt een financiële tabel van de Verkeer- en vervoertaken tot en met de begroting 2018 en de financiële  bijstellingen opgenomen in de Voorjaarsnota 2018 en in deze Najaarsrapportage 2018. De jaarrekening 2017 zijn de voorlopige rekeningcijfers, nog vast te stellen door PS. De belangrijkste mutaties worden toegelicht.

Voorziening NAR-regeling

Het doel van deze voorziening is om te voorzien in de (toekomstige) kosten die voortkomen uit de regeling Non-activiteit uit 2012. De stand van de voorziening was op 1-1-2018 € 7.043.
In 2018 is er tot dusverre één mutatie geweest. Wegens uittreden van een medewerker zal er een iets lagere uitputting plaatsvinden in 2018. Er zal dus hierdoor minder onttrokken worden aan de voorziening NAR
Ten tijde van de jaarrekening 2017 was er sprake van toevoeging van één persoon extra aan de regeling, maar deze overeenkomst is tot op heden nog niet tot stand gekomen.
Derhalve is er geen noodzaak om de omvang van de voorziening NAR aan te passen.

Beleidsaudit financiën mobiliteitsprogramma

Op 23 april 2018 is de Beleidsaudit financiën mobiliteitsprogramma besproken in PS. Daarbij is afgesproken om in de kadernota te rapporteren over de voortgang van de aanbevelingen en eventuele planning.
Nu bij de Najaarsrapportage wordt deze beleidsaudit opnieuw geactualiseerd. Onderstaand schema volgt de aanbevelingen zoals opgenomen in het rapport van de beleidsaudit commissie.
De geel gearceerde teksten zijn geactualiseerd ten opzichte van de in de Kadernota/Voorjaarsnota 2018 opgenomen beleidsaudit.

Aanbevelingen

Voortgang/planning

  1.  

Leg de taakverdeling en financiële spelregels tussen PS en GS op het terrein van de autorisatie van budgetten c.q. kredieten vast in de in 2018 vast te stellen financiële verordening. Maak hierbij gebruik van de model-verordening zoals de VNG die heeft opgesteld voor gemeenten.

De financiële verordening is 9 juli 2018 door PS vastgesteld.

  1.  

Zorg er met het oog op de leesbaarheid voor dat documenten herleidbaar zijn naar eerder verstrekte documenten.

In het mobiliteitsprogramma en de begroting 2019 wordt de (meerjarige) verbinding gelegd tussen de opgaven en het budget, onder andere middels een doorontwikkeling van de doelenboom. Het Meerjarig Investeringsplan Mobiliteit en een Meerjarig Onderhoudsplan Mobiliteit. zullen onderdeel gaan uitmaken van de reguliere P&C cyclus.

  1.  

Draag GS op om bij het opstellen van een nieuw Mobiliteitsplan ervoor te zorgen, dat helder geformuleerd wordt: de doelen, de subdoelen, hoe deze te realiseren zijn, welke concrete maatregelen en projecten daarvoor noodzakelijk zijn, wat hiervan de kosten zijn.

Het nieuwe mobiliteitsprogramma 2019-2023 is op 9 juli 2018 vastgesteld door PS.  
Het MIP en het MOP maken deel uit van   reguliere P&C cyclus. In het MIP opgenomen in de Kadernota 2019-2022 zijn de projecten opgenomen van Mobiliteit.  

  1.  

Verzoek GS na vaststelling van het nieuwe Mobiliteitsplan om een uitvoeringsprogramma (per subdoel) op te stellen voor de bestuursperiode, met daarin een (realistische) planning, financiën en prioritering en deze ter kennis te brengen van PS. Geef bij het jaarlijkse besluit tot vaststelling van de begroting concreet aan welke bedragen en kredieten worden geautoriseerd.

In de 2e helft van 2018 worden uitvoeringsprogramma’s opgesteld.

  1.  

Neem bij het opstellen van de begroting de rollen van de gebruikers als maatstaf. Wijzig de complexe financieel-technische systematiek van begroten zo dat de systematiek transparanter en begrijpelijker wordt, zodat het inzicht van PS in de lasten en baten wordt vergroot.

Vanaf de begroting 2019 wordt op basis van de indeling in het mobiliteitsprogramma nadrukkelijker onderscheid worden gemaakt in typen kosten zoals exploitatielasten, investeringen en bijdragen.
Ook gaan wij vanaf de begroting 2019 de financiën en bijbehorende financiële systematiek van voormalig BRU integreren, gebaseerd op de indeling van het mobiliteitsprogramma.

  1.  

Heroverweeg het niveau van de autorisatiefunctie bij de jaarlijkse begroting door niet één totaal bedrag vast te stellen waarbinnen GS bevoegd zijn tot het doen van uitgaven c.a. aangaan van verplichtingen. Maak daarbij duidelijk onderscheid in (jaarlijkse) exploitatielasten en -baten, kredieten, reserves en voorzieningen .

De financiële verordening is op 9 juli 2018 door PS vastgesteld.

  1.  

Verzoek GS om in overleg met PS te kiezen voor een duidelijke onderverdeling van de geraamde lasten en baten en koppel deze voor zover relevant aan het Mobiliteitsplan en de daaruit afgeleide doelenboom. Dit onder de voorwaarde dat de ramingen van de onderscheiden taken in totaal herleidbaar zijn naar de programmabegroting Bereikbaarheid als geheel.

In het mobiliteitsprogramma is nadrukkelijk de koppeling gelegd met de bij de begroting 2018 geïntroduceerde doelenboom. Uitgangspunt is om hiermee een meerjarige basis te leggen voor een vanaf de begroting 2019 op te nemen doelenboom in het programma Bereikbaarheid. De financiële administratie zal vanaf 2019 aansluiten bij de nieuwe indeling van het mobiliteitsplan. Hierin wordt onder andere onderscheid gemaakt naar modaliteit.

  1.  

Verzoek GS ervoor zorg te dragen dat de financiële administratie zo is ingericht dat deze beter kan worden voorzien in (ad hoc) informatiebehoefte, zoals verschillende dwarsdoorsnedes op verzoek van PS (bestedingen naar modaliteit, locatie, financiering e.d.).

Het maken van verschillende dwarsdoorsnedes vraagt een nadere doorontwikkeling; over het tijdspad en de mogelijkheden hiervan zullen wij u later informeren.

  1.  

Maak afspraken met GS hoe de besluitvorming rond de beschikbaarstelling van kredieten plaatsvindt en hoe de gevolgen hiervan in de jaarlijkse begroting worden verwerkt.

Bij de kadernota 2019-2022 is het MIP gevoegd. Jaarlijks bij kadernota, begroting, najaarsnota en jaarstukken zal worden voorgesteld (door GS) en vastgesteld (door PS) welke mutaties gerealiseerd respectievelijk noodzakelijk zijn ten opzichte van het vastgestelde en bijgestelde MIP.

  1.  

Neem kennis van de financiële stand van zaken van het Mobiliteitsplan 2014-2028 naar de stand per 1 januari 2017 en verzoek GS aan te geven:

  1. wat de actuele stand van zaken is;
  2. welke verplichtingen inmiddels zijn aangegaan;
  3.  welke “vrije ruimte” nog beschikbaar is.

In het najaar 2018 wordt  de actuele stand van  het Mobiliteitsprogramma 2015-2018 opgesteld inclusief de financiële stand van de reserves en opgenomen in de jaarrekening 2018. Het Mobiliteitsprogramma 2015-2018 is onderdeel van Mobiliteitsplan 2014-2028.

  1.  

Verzoek GS jaarlijks inzicht te verschaffen in de inhoudelijke en financiële voortgang en actuele situatie van het Mobiliteitsplan en het daarop gebaseerde uitvoeringsprogramma, inclusief welke verplichtingen zijn aangegaan, welke "vrije ruimte” er nog beschikbaar is en de stand van en verwachte ontwikkeling in de reserves.

Het verloop hiervan wordt opgenomen in de P&C producten..

  1.  

Neem kennis van het Regionaal Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer zoals opgesteld door de BRU en verzoek GS:

  1. aan te geven welke verplichtingen inmiddels zijn aangegaan o.a. met betrekking tot de OV investeringen (bijv. Utrecht CS-Leidsche Rijn);
  2. welke “vrije ruimte” nog beschikbaar is
  3. benut daarbij het bestaande P&C instrumentarium.

In het mobiliteitsprogramma is een stand van zaken van het BRU programma en de hierbij horende reserves opgenomen. Het verloop hiervan zullen wij meenemen in de P&C cyclus.

  1.  

Verzoek GS om nà 2019 een verslag op te stellen waarin wordt aangegeven op welke wijze is voldaan aan de gemaakte afspraken bij de overdracht van het BRU en waaraan de provincie de bedragen voor wegen en OV-infra heeft uitgegeven. Breng dit verslag ter kennis van de U-10 gemeenten en PS.

Parallel aan het proces van jaarrekening 2019 zal een verslag worden opgesteld over de realisatie van de gemaakte afspraken bij de overdracht van de verkeer en vervoertaken van BRU aan de provincie.

  1.  

Verzoek GS een realistisch overzicht van de te verwachte dekkingsmiddelen voor het Mobiliteitsplan op te stellen in relatie tot de verwachte uitgaven en verplichtingen en laat het verband zien tussen dit facetbeleid en de meerjarenraming van de provincie. Actualiseer dit overzicht jaarlijks en breng dit ter kennis te brengen van PS .

In het mobiliteitsprogramma is een overzicht opgenomen van de te verwachten dekkingsmiddelen en verwachte uitgaven en verplichtingen. Dit overzicht vormt de basis voor de op te stellen begrotingen van het programma Bereikbaarheid voor de periode 2019-2023, met een doorkijk naar de periode daarna.

  1.  

Verzoek GS de financiële functie binnen de provinciale organisatie te verstevigen o.a.

  1. door de concerncontroller te herpositioneren in de directieraad;
  2. de afdeling financiën waar nodig te verstevigen

In het kader van de organisatieontwikkeling wordt onderzoek gedaan inzake de versteviging van de afdeling financiën.

  1.  

Overweeg als PS om GS te verzoeken te onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn om de taken op het terrein van Openbaar vervoer (U-OV, streekvervoer, Uithoflijn e.d.) (intern) te verzelfstandigen. Vooruitlopend hierop GS te verzoeken een apart programma in de begroting op te nemen voor deze taken.

In het tweede half jaar zal een eerste oriënterend onderzoek worden gestart. Zodat na de transitieperiode BRU een nieuwe bestuurlijke afweging kan worden gemaakt. . In de programmabegroting 2019 wordt in het programma Bereikbaarheid een subprogramma Openbaar Vervoer opgenomen.
gh